Voorstellingsvermogen
Voorstellingsvermogen is het vermogen om je dingen voor te stellen die er als zodanig niet zijn. Voorstellingsvermogen kan verwijzen naar: ruimtelijk inzicht, verbeeldingskracht, fantasie en (dag)dromen.
Inlevingsvermogen vanuit de verbeelding waardoor dingen meer gaan leven. (bron: woordenboek)
Veel mensen vinden het prettig om te tekenen wat ze voor hun neus zien.
Natekenen, of misschien wel kopiëren!
Kopiëren leert je wel goed kijken, maar misschien niet altijd beter leren begrijpen wat je ziet?
Daarom probeer ik in mijn lessen mensen wel eens mee te nemen in de fantasie. Velen vinden dat eng, want ze weten niet wat ze kunnen verwachten, of ze het goed doen???? Je kunt je afvragen, wat kun je fout doen aan fantasie? Is het erg om fouten te maken? Dit soort oefeningen geef ik wel eens om wat los te komen van vastgeroeste vooroordelen.
Zo is het, zo moet het en niet anders.
Je stapt dan wel vaak uit je comfortzone en dat is eng…
“Stel je voor, dat ik door de mand val qua kunde…??”
De angst zit ‘m voornamelijk in het vergelijken.
Maar als je een abstracte opdracht geeft, hoeft het in eerste instantie ook nergens op te lijken.
V.b. Vul je papier met cirkels, groot en klein. Probeer je hele vlak te vullen.
Probeer net als Mondriaan met zijn vlakken je tekening te vullen.
Staat een cirkel er half op? geen probleem…. het is jouw werk.
Geef iedere cirkel een andere kleur, waar cirkels overlappen, laat je de kleur ook overlappen. v.b. Rood en geel( oranje) blauw en rood (paars) etc. Maar het is jouw werk… wat wil jij?
Het gaat om de compositie…. Hoe vul jij je papier?
Storytelling
Een andere opdracht: Voorstellingsvermogen n.a.v. enkele regels.
Het was een mooie zomerse dag geweest (Kleur gebruik)
De zon ging langzaam onder en de laatste feestgangers waren vertrokken, de vriendinnen van ons kind. (meidenparty, slaapfeestje, sweet16?)
(Kleurgebruik in de lucht, er was een feest, maar mensen niet meer in beeld)
“Zullen we nog even nagenieten op het terras?” (buiten)
De tuin oogde wanordelijk zo na het feest.
“Dan ruimen wij toch gewoon morgen de troep op en schenken we nu nog even een glaasje in”. “Mooi hè, de tuin, de weilanden, de rust… proost!”
Ingrediënten voor de tekening. Horizon en tuin, rommel in tuin van feestje, tafels, stoelen, ballonnen, glazen, schalen, klinken glaasjes. Ondergaande zon lucht.
Kun je het plaatje al voor je zien? Welk verhaal vertel jij? Waar geef jij de voorkeur aan? (Klaptafeltjes, bistrotafeltje, schragentafel, met of zonder kleed? Wat voor stoelen, hoe ziet jouw tuin eruit. Hoe laat is het qua zonsondergang? Ballonnen of vlaggetjes, kleuren? Laat jij evt. nog personen op de rug zien, die nagenieten en in de verte staren (je kijkt over de schouder mee, het tafereel in?)
Je kunt alle kanten op met jouw fantasie! Je kunt van te voren kleine schetsjes maken voor de compositie, kleurschetsjes voor je lucht… voordat je echt begint. Ook kun je nog plaatjes opzoeken, als je niet precies weet hoe je het moet tekenen. Het doen is belangrijker dan of het precies lijkt.
Je leert er namelijk zoveel van, er gaan je dingen opvallen, waar iets mooier of beter kan. De beste leermeester ben je zelf!